Assetmanagement essentieel in duurzaamheidsambities

Als senior assetmanager ben ik betrokken bij projecten in de gebruiks-/onderhoudsfase, zoals de Beatrixsluis en de A6 Almere. In de onderhoudsfase zijn we vanuit het project verantwoordelijk voor het laten functioneren en beschikbaar houden van vitale infrastructuur zoals een sluiscomplex of een snelweg en dit voor een langdurige periode van 20 tot zelfs 30 jaar. Om het monitoren, inspecteren en onderhouden van de assets die je in beheer hebt uit te kunnen voeren, moet je hier in de eerdere projectstadia (verwerving, ontwerp en bouw) al rekening mee houden. Hierin zie ik een belangrijke gelijkenis met duurzaamheid en hoe duurzaamheid vanuit BESIX op projecten wordt aangevlogen: om succesvol te kunnen zijn in de duurzaamheidsambities moeten we ook focussen op de lange termijn en werken met een life-cycle benadering van de assets die we ontwerpen, bouwen en onderhouden.

Energieverbruik

Zo wordt er in de ontwerpfase al gekeken naar het energieverbruik van de infrastructuur die we uiteindelijk opleveren aan de klant. Bij een sluiscomplex wordt hierbij bijvoorbeeld nagedacht over het ontwerp van de installaties en hoe dit ontwerp zich vertaalt in het energieverbruik van de installaties in de gebruiksfase. Door een energie-efficiënt concept te ontwikkelen en daarbij de juiste componenten te kiezen, minimaliseren we het energieverbruik economisch verantwoorde wijze. Het geoptimaliseerde energieverbruik kan vervolgens duurzaam gecompenseerd worden, bijvoorbeeld met een zonnepark zoals zijn aangelegd op de A6 Almere en de Beatrixsluis. Door vervolgens slim en tijdig onderhoud uit te voeren, kunnen we er ook in de onderhoudsfase voor zorgen dat energieverbruik wordt geminimaliseerd. Vergelijk het met een auto: je kunt zuinig rijden, maar zonder regelmatig de banden op spanning te brengen of te vervangen, gaat het bereik omlaag/brandstofverbruik omhoog.

Groot onderhoud

Gedurende de onderhoudsfase voeren we periodiek ook groot onderhoud uit. Anders dan repeterend regulier onderhoud, gaat het om werkzaamheden die als afgebakend project binnen de onderhoudsfase worden aangepakt. Hierbij is er sprake van (grote) vervangingen, waarbij het nodige materiaal wordt toegepast en materieel wordt ingezet. Denk hierbij aan het vervangen van de deklaag op de A6, welke in 2027 gepland staat, of het uitwisselen en renoveren van een sluisdeur op de Beatrixsluis (2026). Bij deze werkzaamheden gelden dezelfde duurzaamheidvraagstukken als bij tijdens de bouwfase: (circulair) hergebruik van materialen, inzet van duurzaam aangedreven materieel en projecthuisvesting. Ook bij groot onderhoud begint duurzaamheid al in het voorbereidingsstadium, want dan moeten we de keuzes maken die hier invloed op hebben. Welke vervangende materialen passen we toe, en wat is hierin de duurzame keuze? Is vervanging door eenzelfde component wel wenselijk, als er inmiddels ook duurzamere alternatieven beschikbaar zijn? Welke nieuwe toepassing kunnen we vrijkomend materiaal geven, zodat het geen waardeloos afval wordt, maar een waardevolle grondstof. Hierbij gaat het ook om de periode na het 30-jarige contract. Assets hebben een ontwerplevensduur tot wel 100 jaar en door de klant naast functionaliteit ook hoge (rest)waarde te bieden en mogelijkheden tot hergebruik, zo drukt BESIX ook haar stempel nadat we vertrokken zijn.

Predictive maintenance

Assetmanagement gaat in de gehele levenscyclus over de balans tussen kosten, risico’s en prestaties over de levensduur van de assets optimaliseren, waarbij predictive maintenance een belangrijk middel is om deze balans te beheersen. Predictive maintenance wordt mogelijk wanneer je datagedreven onderhoudsbeslissingen neemt, waarbij sensoren en IT-oplossingen zoals remote monitoring het benodigde inzicht geven in conditie en prestatie. Hiermee hoeven we niet onnodig machines uit elkaar te halen voor onderhoud en inspectie, worden onnodige vervoersbewegingen voor het uitvoeren van werkzaamheden voorkomen, en voorkomen we noodzaak voor vroegtijdige vervanging.

Praktisch voorbeeld hiervan is het monitoren van het aandrijfkoppel van de motoren op de nivelleerkleppen van de Beatrixsluis. Een oplopend koppel kan duiden op een obstructie of een aanstaand mechanisch defect. Door tijdig actie te ondernemen, is de interventie beperkt en kunnen grotere interventies waarbij de motor met een kraan uitgehesen wordt voorkomen worden.